Blog
  • Regio Veldhoven e.o.
  • Open van 07.00 tot 19.00 uur
  • Zoals thuis
  • Altijd scherp geprijsd
  • Gericht op Groei

Driftbuien

16 oktober 2017 Baby, Kinderopvang, Peuter

Poeh.. dat zijn een van de moeilijkste momenten als ouder. Een peuter die schoppend op de vloer gaat liggen omdat hij geen snoep krijgt bijvoorbeeld. Maar ook voor het kind is zo’n boze bui overdonderend. Ze raken overspoeld en kunnen tegelijkertijd geen controle hebben over hun reactie. Best beangstigend eigenlijk voor zo’n kleintje.

Zowel het kind als de ouders moeten leren omgaan met de boosheid van het kindje.
De een noemt het de “Ik-ben-2-dus-Ik-zeg-Nee fase”, oftewel, de peuterpuberteit. Een hele normale fase waarin een kind grenzen verkent, zich losmaakt van de ouder en op eigen benen probeert te staan. Hij krijgt een eigen willetje. Zodra een kindje beter kan praten, zal de frustratie een stuk minder worden. Maar wat zijn nou bruikbare tips?

Probeer eens te ontdekken wat voor soort driftbui het is. Je hebt namelijk de ‘instort-driftbui (je kind is moe en overweldigd en heeft vooral behoefte aan nabijheid) en de dramatische-driftbui (de driftbui waar geen tranen bij komen kijken en waarbij je kind iets van jou gedaan wil krijgen)
Probeer steeds weer te realiseren dat het kindje niet bewust de ouders probeert dwars te zitten. Deze kindjes zitten zichzelf veel meer in de weg. Ze zijn gefrustreerd maar blijven ook doorzetten tot iets wel lukt. Dit is zeer vermoeiend voor het kind, vooral omdat een hoop dingen echt nog niet in hun vermogen liggen.

Negeer het kindje als het een dramatische bui is. Vaak draait hij dan vanzelf weer bij. De kunst is om een balans te vinden in wel of niet reageren op een boze bui. Negatieve aandacht is ook aandacht. Stel duidelijke grenzen dat schoppen bijvoorbeeld niet mag. Geef niet toe, als er grenzen overschreden worden, dat geeft je kind de indruk dat hij met een driftbui iets voor elkaar krijgt. Zolang het kindje zichzelf of de omgeving geen pijn kan doen, of de situatie gevaarlijk wordt, is het laten uitrazen voor het kindje het fijnste. De emotie moet er toch uit. Na de boze bui is het voor beide partijen fijn om te knuffelen of te praten over wat er gebeurde.

Ikzelf vind het lastig om niet zelf boos te worden. Maar je woede maakt het kindje bozer. Benoem dan bijvoorbeeld wat er gebeurd: ‘Ik zie dat je boos bent. Dat mag!’ Het kindje voelt zich serieus genomen. Laat je kind de gevolgen van zijn gedrag ondervinden. Is het koud buiten en weigert je kind om handschoenen aan te doen, laat het dan de last ondervinden van het niet-luisteren. Doe dit niet in een gevaarlijke situatie. Als de situatie het toelaat zeg ik tegen de kinderen: ‘op uw plaatsen, klaar voor de start.. AF!’ Ze lijken dan te zijn vergeten waarom ze boos zijn en ik hoef niet te mopperen dat ze door moeten lopen.

Geef je kind de ruimte om zelfredzaam te worden. Moedig zijn pogingen aan, dat geeft het kind zelfvertrouwen. Tracht de focus van je aandacht te leggen bij het positief stimuleren. Leidt het kind af of probeer negatief gedrag om te zetten in positief gedrag, bijvoorbeeld wanneer je kind met speelgoed gooit, probeer dan eens het volgende: ‘Leg je knuffel eens bij het raam, dan kan ie naar buiten kijken.’ In de meeste gevallen rapen de kindjes het op en hoef je niet te mopperen.

Als mijn peuter zo’n boze aanval krijgt op het meest onhandige tijdstip, terwijl we nét op het punt staan om te vertrekken, houd ik in mijn achterhoofd dat hij later een doorzetter wordt.

[ssba]

Ook interessant

Wie zijn wij?

Bekijk pagina

Check onsBSO team

Bekijk pagina