Op het kinderdagverblijf eten de kindjes gezamenlijk. ‘Zien eten, doet eten’. Dat is toch vaak wel het geval. Sommige kindjes eten met moeite een boterham thuis, maar eten ergens anders ineens drie boterhammen.
Gezamenlijk eten is gezelliger. Eten in de haast, werkt vaak averechts. Ikzelf eet ook minder goed als ik haast heb. Op de dagopvang trekken we er gerust een uur voor uit om te lunchen. Ze dekken zelf de tafel, krijgen een mesje om te smeren en ondertussen wordt er gezellig gekletst.
’s Morgens ontbijten is minstens zo belangrijk. Dat tijdstip is vaak lastig, als er van alles moet gebeuren om te kunnen vertrekken van huis. Trek daar wat meer tijd voor uit. Ben je zelf geen ontbijter? Probeer dan toch aan tafel te zitten, met iets lichts te eten. Kinderen kopiëren veel gedrag van je en eten daardoor ook vaak beter.
Ikzelf vind het avondeten het lastigste. De kinderen zijn dan moe en klinken behoorlijk ondankbaar als ze niet eens willen proeven, maar meteen in protest gaan. Als je dan zelf je best gedaan hebt, kan dat tegenvallen. Bereid het avondeten vast voor. Tijdens het koken zijn de kinderen vaak al moe en zo kan je zo snel mogelijk in een ritme/ vaste tijd kan gaan eten vanuit een meer ontspannen sfeer.
Mijn kinderen hebben in de koelkast een eigen groenten-bakje gekregen, waar allerlei rauwkost in zit. Die mogen ze onbeperkt pakken. Zo hebben ze in ieder geval hun vitamines binnen en is elke hap van de warme maaltijd weer meegenomen. Uiteindelijk eten ze toch wel mee.
Het helpt ook als de kinderen een bijdrage kunnen leveren met tafel dekken, of koken. We zoeken een receptje uit en hebben de grootste lol met de staafmixer. Het wassen van de groenten bijvoorbeeld, is bij ons favoriet. En hoe gaaf is het als ze oud genoeg zijn om in een pan te roeren.
Ga de machtsstrijd niet aan. Is het bord nog niet leeg? Prima, ruim het af. Je kindje krijgt wel honger. Ga niet compenseren met tussendoortjes. Dan is drinken belangrijker.
Kondig op tijd aan dat het bijna etenstijd is. Soms zijn kindjes teleurgesteld of boos dat ze moeten stoppen met spelen. Op die manier weten ze waar ze aan toe zijn.
Ik heb ooit de tip gekregen om een groot diep bord te pakken, zodat een kindje niet gefrustreerd raakt als het eten telkens op de grond valt. Een uiting van niet willen eten kan voortkomen uit die frustratie maar ook onzekerheid. (angst om te knoeien). Teveel opscheppen, geeft een ‘berg om tegenop te zien’. Als het bord leeg is, kan er altijd nog opgeschept worden. Een portie lijkt kleiner in een groot bord.
Een peuter heeft minder eten nodig dan een baby, omdat hij minder hard groeit. Bedenk daarbij ook dat de smaak van een kindje een enorme ontwikkeling doormaakt in een korte tijd. Lustte hij eerst geen boontjes, dan later misschien wel. Een hapje proeven hoort erbij.
Dwingen van eten werkt averechts. Het plezier zal verdwijnen en er zal meer strijd zijn rondom eten. Geen toetje is dan ook een echte straf.
Ouders hebben elkaar rond dat tijdstip veel te vertellen, maar ook dan gaat er minder positieve aandacht naar de kinderen. Stel gesprekken nog even uit tot na het eten, en betrek de kinderen bij tafelgesprekjes.
Je kan het bord ook leuk aankleden. Een gezichtje bijvoorbeeld is makkelijk te maken.
Onze kinderen zijn dol op superhelden. Toch handig, dat de kleuren van de groenten vaak overeenkomen met de kleuren van de helden!